Veldslag bij Collarmont
Download the mobile app
Available on Google Play and Apple StoreUitgangspunt : Cimetière d’Anderlues (rue des Combattants – 6150 Anderlues) 4,6 kms
De vergeten veldslagen van de Samber
Op 4 augustus 1914, opent het Duitse opperbevel met meer dan 700.000 mannen een aanval op België. Het 2e Duitse leger, onder bevel van Generaal Karl von Bülow, bereikt Maubeuge via België. Doelstelling : Frankrijk bezetten en Parijs ten val brengen. Het 5e Franse leger staat onder het bevel van Generaal Charles Lanrezac. De ontmoeting tussen deze 2 machten vindt plaats van 21 tot 24 augustus op verschillende plaatsen langs beide zijden van de Samber.
Gevecht van 22 augustus 1914 – Collarmont
Op 6 augustus betreedt het cavaleriekorps van Sordet, komend van Sedan, België. Een lange tocht richting Luik, terug naar Wellin, verder naar Fosses-la-Ville, Hottomont, Gembloux, brengt de Franse cavalerie op 21 augustus naar het kanaal Charleroi-Brussel te Luttre. Gezien de dreigende insluiting, trekt het cavaleriekorps zich terug naar het zuiden, en komt het tegen de avond aan in Anderlues – Carnières. Om de aftocht te beschermen, komt het 24e regiment ’s nachts ter plaatse aan. Op 22 augustus spelen de gevechten zich vanaf 8u af in het Bois des Vallées, rond de boerderij van Viernoy en het bos van Chèvremont-Warimez. Deze hevige confrontaties veroorzaken 2500 tot 3000 doden, gewonden of vermisten. Na de gevechten verzorgen eerst de Duitse verpleegkundigen de gewonden van de twee kampen. Het is pas na 48 uur dat het Croix Rouge toegelaten wordt om zich ter plaatse te begeven.
Organisatie van de Franse militaire begraafplaatsen
Om en rond de slagvelden bij de Samber zijn er vijf Franse militaire begraafplaatsen: Belle-Motte in Aiseau-Presles, Auvelais in Tamines, Heuleu in Lobbes, Collarmont-Carnières en Tarcienne. Een Franse wet van december 1915 bepaalt dat er nationale dodenakkers zullen aangelegd worden om de lichamen van zij die vochten en stierven voor Frankrijk samen te brengen. De graven staan in rijen en enkel rode rozenstruiken zorgen voor een kleurtoets. Er zijn vier types emblemen te vinden: het Latijnse kruis, de mohammedaanse grafsteen, de joodse grafsteen en een grafsteen voor een ander geloof of vrijdenkers.
Op het grondgebied van Carnières, aan de grens van Anderlues, werd een militaire begraafplaats aangelegd na een algemene vergadering van het Rode Kruis op 8 november 1917. De burgemeester van Carnières en twee Franse afgevaardigden kozen samen de locatie. De gemeente betaalde het terrein en de werken. Het Rode Kruis stond in voor de opgravingen en de kisten. Het verzoek voor de locatie van de begraafplaats werd gericht aan de Duitse burgerlijke commissaris van Thuin. Op 15 maart 1918 werd de huidige locatie goedgekeurd. Op 23 augustus 1918 geeft de Gouverneur-generaal van België het beheer van de begraafplaats in handen van de gemeente Carnières. Na de overbrenging van de Duitse, Engelse en Franse graven zijn er nu nog 247 graven van Franse soldaten over op de nationale Franse dodenakker van Collarmont.
Het aanwezige oorlogstuig
Tijdens Wereldoorlog I is de mitrailleur één van de meest treffende wapens. Vanaf begin 1915 worden de militaire technieken en tactieken afgestemd op de wapens. De modernisering van de bewapening en de vechttechnieken leiden tot de loopgravenoorlog. Tegelijk wordt de bevolking opgeroepen om bij te dragen tot de oorlogsinspanning, in het bijzonder de vrouwen die de functie van de mannen overnemen die ten strijde trokken.
Op zaterdag 22 augustus 1914, installeert het 24e regiment van de Franse infanterie zich vanaf 3u ’s ochtends nabij het Bois des Vallées. Op datzelfde moment worden boeren door officiers gevorderd om grachten te graven. Strategisch opgesteld op de top van de slakkenberg nr. 4 te Anderlues, en de mijnput nr. 6 te Piéton, vallen de Franse soldaten de vijand aan met mitrailleurs. De Duitsers omtrekken de Franse stellingen via het Bois de Vallées, het bos van Chèvremont, Mont-Sainte-Aldegonde en de wijk Lalues. De soldaten gaan een man-tegen-mangevecht aan, met de bajonet.
Het veld na de slag
De voorzitter van de lokale afdeling van het Croix Rouge, Arthur Hecq, beschrijft het uitzicht van het slagveld als volgt : « Hier, in een holle weg, vlak bij de gemeenten Anderlues en Carnières, bevindt zich een hoop levenloze lichamen. De ongelukkigen werden afgemaakt door één enkele granaatinslag. Verder liggen overal Fransen en Duitsers, gruwelijk, bloedend, de buik opengereten, het aangezicht volledig vermorzeld door de bajonetslagen. Aan de hoek van een boomgaard is het uitzicht verschrikkelijk : verschillende officiers liggen er samen met de soldaten, zich vastklampend aan het struikgewas, met open schedels. Ze werden afgemaakt. Op het platteland, hoor je nog gekerm en gereutel; afkomstig van de gewonden die onopgemerkt, vergeten worden. »
Tegenover het aantal doden en gewonden, kan de Duitse logistiek de situatie niet meer de baas. De karren van de boeren worden zelfs gevorderd om de lijken naar het station van Piéton te brengen. Tegelijk met de ruim ingezette zorgen van het personeel van het Croix Rouge, zal de burgerbevolking een zware beproeving ondergaan. De actieve regimenten of de reserves, vaak bijgestaan door de compagnies van pionierbataljons, krijgen het bevel de woningen te verwoesten door middel van brandgranaten. Zowat zeventig gebouwen gaan in de vlammen op in de wijk Lalue. De bewoners hebben geen andere keus dan vluchten, alles achterlatend. Vier burgers worden gedood en verschillende inwoners werden naar Duitsland gedeporteerd.
Venue
rue des Combattants - 6150 Anderlues
Enlarge map
http://www.sambrerouge14-18.be/wp-content/uploads/2014/03/Anderlues-14-18.kml">Download the KML file